primary Veelgestelde vragen over PFAS Grondverzet valt stil door PFAS Situatie in het kort Op steeds meer plaatsen wordt PFAS diffuus in de bodem aangetroffen, waardoor ontgravingen en baggerwerken stil komen te liggen. Het door het ministerie van infrastructuur en Waterstaat (IenW) opgestelde Tijdelijk handelingskader zou dat weer moeten vlottrekken, maar dat gebeurt niet. Gemeenten, provincies en bedrijfsleven vinden de eenzijdig door IenW opgestelde normen te streng. Met name de achtergrondnorm (0,1ug/kgds) zorgt voor stagnatie. Het Rijk vindt dat decentrale overheden hun bodemkwaliteitskaarten up-to-date moeten maken. Dat biedt mogelijkheden voor eigen beleid, zoals ruimere normen en zo nodig (tijdelijke) opslagterreinen en geeft ook grondbanken meer informatie over de kwaliteit van aangeboden grond. IenW organiseert vier regionale informatiedagen om dat beter uit te leggen. Maar veel decentrale overheden wachten liever op het – waarschijnlijk soepelere – definitieve handelingskader in 2020. Het bedrijfsleven is de dupe van het naar elkaar wijzen door verschillende overheden. Strakke regie ontbreekt, maar ook budget. Om het grondverzet in beweging te krijgen is vooral een snel definitief handelingskader nodig (dus snellere RIVM-onderzoeken en het beter delen van bestaande informatie), gemeenten waar het écht knelt en ruimte is voor soepelere normen moeten dat nu al doen op basis van snelle grondmonster & bundelen bestaande bodeminfo, een PFAS-budget om dit te versnellen is gewenst, zo nodig moeten tijdelijke bergingslocaties worden aangewezen en tijdelijke opslag op eigen terreinen kan via minder strikte vergunningsprocedures. Waar komt dit probleem ineens vandaan? PFAS (poly- en perfluoralkylstoffen) is een groep van 6000 stoffen met de volgende eigenschappen: warmtebestendig, water-, olie-, vuil- en stofafstotend, breed toegepast (teflonpannen, outdoorkleding, pizzadozen, bakpapier, blusschuim). Het is decennialang gebruikt en pas laatste tien jaar is gebleken dat stoffen zoals PFOS en PFOA gevaarlijk zijn voor mens en milieu (toxisch, kankerverwekkend en niet-afbreekbaar). Op verschillende plekken in Nederland stagneert hierdoor nu grondverzet- en baggerwerk. Afgelopen jaren blijken bij metingen, ontgravingen en baggerwerken dat PFAS-concentraties boven de zorgplicht-detectiegrens (Besluit bodemkwaliteit) zitten, waardoor decentrale overheden eerst beleid moeten ontwikkelen en tot die tijd grond en baggerspectie niet mag worden vervoerd. Verder blijken hoge PFAS-concentraties breed verspreid voor te komen in water- en landbodem, dus niet alleen bij de bron waar met PFAS is gewerkt. Om het grondverzet weer op gang te brengen heeft IenW op 8 juli een tijdelijk handelingskader (THK) gepubliceerd met landelijke PFAS-normen (grenzen waarbinnen grondverzet mogelijk is). Bij opstelling van het THK waren gemeenten, provincies, waterschappen en bedrijfsleven slecht betrokken. De normen worden over het algemeen als te streng gezien. Een definitief handelingskader (DHK) komt in de loop van 2020. Er is daarvoor o.a. een kernteam geformeerd, waarin het bedrijfsleven – samen met VNG, IPO en UvW mee doet. Als onderbouwing voor definitieve normen onderzoekt RIVM o.a. waar wat zit en wat de precieze gezondheidsrisico’s zijn. Wat gaat er mis? Hoewel het THK een verruiming is ten opzichte van de zorgplicht-detectiegrenzen, zijn de normen strenger dan die in het omringende buitenland en voorzichtigheidshalve ook strenger dan die naar verwachting in het DHK komen. Gemeenten, provincies en bedrijfsleven vinden de door IenW eenzijdig opgestelde normen te streng, vooral de achtergrondnorm (0,1 microgram per kilo droge stof) zorgt voor stagnatie. Enige verlichting kan ontstaan als gemeenten beargumenteerd eigen afwijkende normen vaststellen. Als uit de gemeentelijke bodemkwaliteitskaart blijkt dat er nu al veel PFAS zit, mogen ruimere normen worden gesteld (andersom ook scherpere normen als er nu nauwelijks PFAS is). Enkele gemeenten zoals Dordrecht (Chemours / teflon) en Haarlemmermeer (Schiphol / blusschuim) hebben lokaal beleid geformuleerd. Maar het overgrote deel van gemeenten was tot voor kort helemaal niet met PFAS bezig en is nu gedwongen dat wel te doen. Projecten worden stilgelegd. Veel gemeenten wachten het DHK (2020) af, dat waarschijnlijk ruimere normen stelt. Gemeenten zeggen niet altijd budget te hebben voor bodemmonsters om beargumenteerd eigen normen te kunnen vaststellen. Er is geen landelijk PFAS-budget. Grondbanken zijn huiverig grond aan te nemen, zij zien o.a. risico’s van uitloging van PFAS naar oppervlakte-/grondwater (waarvoor in het THK strenge normen gelden). Ook de capaciteit bij keuringslaboratoria was aanvankelijk beperkt. In de regel wordt door bijna iedereen de strenge detectiegrenswaarde (0,1 microgram per kilo droge stof) gehanteerd en de ruimte in het THK niet gebruikt. Een ander knelpunt is, dat bedrijven die grond op hun eigen terrein willen opslaan, daarvoor een tijdelijke vergunning moeten aanvragen. Het gevolg is nog meer stilgevallen projecten dan voor de komst van het THK en desastreus voor veel sectoren (zie: Cumela: PFAS-regelgeving pakt dramatich uit voor cumelasector. Wat wordt nu gedaan om problemen op te lossen? Het Kernteam dat aan het DHK werkt, kijkt ook naar hoe de uitvoering van het THK kan verbeteren. De capaciteit van IenW is beperkt, maar wordt binnenkort opgelost. De wachtrijen bij laboratoria, die grond moeten keuren, is nu grotendeels opgelost. Er is meer capaciteit. IenW organiseert binnenkort vier regionale bijeenkomsten voor overheden en bedrijfsleven over de mogelijkheden / ruimte van het THK. De staatssecretaris wil met haar brief van 9 oktober 2019 een aantal onduidelijkheden in het THK wegnemen. Probleem is dat IenW en VNG / IPO onenigheid hebben over wie nu aan zet is / van wie het probleem is (zie: VNG: 'Tijdelijk handelingskader PFAS geeft uitvoeringsproblemen' en IenW: 'PFAS in de bodem vraagt actie van decentrale overheden'). De regie van IenW blijft gebrekkig. 29 november 2019 informeerde minister Veldhoven de Tweede Kamer over het aanpassen van het tijdelijk handelingskader PFAS. Zo is er een nieuwe, ruimere norm voor PFAS. Bouwers en baggeraars kunnen daardoor grond waar PFAS in zit, makkelijker verplaatsen en hergebruiken. 1 december 2019 verscheen het tijdelijk handelingskader voor hergebruik van PFAS-houdende grond en baggerspecie. Wat moet er nog gebeuren? Het DHK (met waarschijnlijk ruimere normen) moet sneller gereed zijn. De RIVM-onderzoeken moeten sneller (ook bestaande data bij bedrijven en gemeenten beter gebruiken). Vooral decentrale overheden waar ruimere normen kunnen, moeten grondmonsters nemen, bodemkwaliteitskaart aanpassen en eigen ruimere normen daarop formuleren. Voldoende landelijk budget zou helpen om bijvoorbeeld het nemen van grondmonsters te stimuleren. Daar waar onvoldoende opslagmogelijkheden zijn, moeten bergingslocaties voor PFAS-grond worden toegewezen. Vergunningen voor tijdelijke opslag op eigen bedrijfslocaties moeten worden vergemakkelijkt of vervallen. Wat doet Techniek Nederland? Omdat dit een probleem is die meerdere sectoren raakt dringen we bij de overheid in gezamenlijkheid met andere brancheorganisaties aan op een snelle oplossing vanuit ondernemersorganisatie VNO-NCW. Samen staan we immers sterker. Wij informeren onze leden actief over de ontwikkelingen op dit dossier, inventariseren de omvang en staan klaar voor vragen van onze leden. Meer informatie en links Bodem+ (zie ook ‘Veelgestelde vragen’) RIVM Expertisecentrum PFAS Wat mag er met grond onder het THK? (Video animatie Cumela)