Gebouwriolering,
Preventie wateroverlast,
Projectmatig sanitair installaties
Wat betekent het veranderende klimaat voor de waterhoogte en afvoer van niet door de constructeur berekende platte daken? In opdracht van TVVL, onder voorzitterschap van Techniek Nederland, is dit onderzocht door middel van literatuuronderzoek. Het onderzoek is gedaan op basis van de prognoses van het KNMI voor toekomstige neerslagintensiteiten en herhalingstijden voor verschillende klimaatscenario’s (2050).
Enkele uitkomsten uit het rapport 'Waterlagen op platte daken en het veranderende klimaat' zijn:
- Op basis van de KNMI klimaatscenario’s 2050 is het advies om voor het ontwerp van reguliere hemelwaterafvoersystemen de regenintensiteit te verhogen van 0,03 l/s/m2 naar 0,037 l/s/m2 en voor overstortsystemen de regenintensiteit te verhogen van 0,05 l/s/m2 naar 0,060 l/s/m2.
- De afvoercapaciteit van dakafvoeren/overstortvoorzieningen bij overlaatstroming en voor UV-systemen met een stuwhoogte kleiner dan het grensdebiet, kan worden bepaald met behulp van de grafieken en data van de fabrikant. Voor niet geteste/gecertificeerde dakafvoeren/overstortvoorzieningen bij overlaatstroming is in bijlage 2 een stappenplan opgenomen om dit te bepalen.
- Opgestelde rekenregels om de hoogte van waterlagen op platte daken te kunnen bepalen. Deze rekenregels zijn nieuw voor het vakgebied van de gebouwriolering.
- Wind heeft invloed (toe- en afname neerslagintensiteit) op het gedrag van neerslag op daken, zowel begroeid als onbegroeid. Er is echter geen aanleiding om met een toeslagpercentage te rekenen omdat het het tegelijk optreden van hevige wind en extreme neerslag zeldzaam is.
- Er wordt geadviseerd om richtlijnen op te nemen in NTR 3216 voor afwatering (reguliere afvoer- en overstortvoorziening) van verschillende uitvoeringen van begroeide daken. Er is een duidelijk inzicht gegeven in het functioneren van deze systemen in relatie tot de hemelwaterafvoer.
Deze resultaten uit het rapport ST 49 worden meegenomen naar de commissies die zich bezig houden met NEN 3215, NTR 3216 en NEN-EN 1991/NB. Het voorzitterschap van de NEN 3215 en de NTR 3216 commissie is in handen van Techniek Nederland.