Er is veel te doen voor de Nederlandse technieksector. De energietransitie is in volle gang, honderdduizenden woningen vragen om verduurzaming, de industrie moet worden vernieuwd en onze bruggen, viaducten en waterwegen zijn hard toe aan onderhoud en modernisering. De vraag is alleen wel met wie we al die klussen gaan klaren. Want volgens de Arbeidsmarktprognose 2025-2029 van Wij Techniek zijn er de komende vijf jaar 121.000 nieuwe technische professionals nodig.
Het tekort aan vakmensen ontstaat niet alleen doordat de werkgelegenheid groeit. De komende jaren verlaten ruim 118.000 vakmensen de sector, van wie een deel met pensioen gaat. Daarnaast zien we dat een aantal jonge technici de sector relatief snel weer verlaat. Dat kunnen we ons niet permitteren.
Nieuwe medewerkers met verrassende competenties
Is er in de arbeidsmarktcijfers alleen maar slecht nieuws te vinden? Nee, zeker niet. Steeds meer mensen uit andere beroepen ontdekken de loopbaanmogelijkheden in onze sector en kiezen voor de techniek. De zij-instromers vormen inmiddels 70% van de totale instroom en dat is een positieve impuls voor de techniek. Want mensen van buiten de branche brengen werk- en levenservaring mee en ze hebben vaak verrassende competenties. Tegelijkertijd vraagt het groeiend aantal zij-instromers van ons als sector om gerichte begeleiding en scholing. Ook het technisch beroepsonderwijs moet flexibeler en praktijkgerichter, met snelle en effectieve omscholingstrajecten. Want als een carrière-switcher verzandt in bureaucratie of financiële onzekerheid, zijn we hem of haar zo weer kwijt.
Niet harder werken, maar slimmer
De vraag naar vakmensen groeit zó hard, dat we daar realistische verwachtingen over moeten hebben. Zelfs als álle instroom-initiatieven succesvol zijn, zullen we het tekort aan technici niet kunnen oplossen. Daarom moeten we óók kijken naar de arbeidsproductiviteit. We zullen méér werk moeten verzetten met hetzelfde aantal mensen. Niet door harder te werken, maar vooral door slimmer te werken. Digitalisering, AI, robotisering en industrieel produceren zijn essentieel voor een wendbare en veerkrachtige sector. Ook in de techniek zullen we de komende jaren repeterend werk gaan automatiseren en productieprocessen gaan optimaliseren. Zo creëren we ruimte voor creativiteit, innovatie en maatwerk. Techniek Nederland werkt daarom in het Aanvalsplan Techniek samen met de bouw- en energiesector, onderwijs, overheid en vakbonden aan productiviteitsverhoging via innovaties als AI en robotisering.
Van innovatie worden we aantrekkelijker
Een bedrijf dat vooroploopt in technologische vernieuwing, trekt makkelijker personeel aan. Bovendien weet het mensen langer vast te houden. Logisch, want als je over digitale vaardigheden beschikt, wordt het werk leuker en toekomstbestendiger. AI, digitalisering en andere technologische innovaties moeten daarom een prominent onderdeel worden van onze technische beroepsopleidingen. We hebben gericht onderzoek nodig naar de invloed van AI, robotisering en andere innovaties op de competenties, beroepstaken en werkprocessen in onze bedrijven. Op basis daarvan kunnen mbo- en hbo-instellingen hun onderwijsprogramma’s aanpassen. Tegelijkertijd moet het ministerie van Onderwijs structureel investeren in de inhoudelijke en didactische ontwikkeling van techniekdocenten. Want zíj́ moeten de innovaties overbrengen op een nieuwe generatie technische vakmensen. Zo creëren we toekomstbestendig technisch beroepsonderwijs en maken we het vakgebied aantrekkelijk. Voor jongeren die op zoek zijn naar werk waarin technologie en creativiteit samenkomen. Werk dat ertoe doet!
Een gezamenlijke verantwoordelijkheid
De samenleving heeft ons, de techniek, hard nodig. In economisch opzicht, maar ook om vaart te brengen in de verduurzaming, de energietransitie en de woningbouw. Het is dan ook vanzelfsprekend dat overheid, onderwijs, bedrijfsleven en vakbonden samen werken aan een sterke technieksector. De uitdagingen zijn groot, maar de kansen zijn groter.
Mark Harbers, voorzitter Techniek Nederland