Het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) onderzoekt twee keer per jaar de stand van de conjunctuur in de bouw. De resultaten over de eerste helft van 2025 zijn positief. De werkvoorraad nam toe, de omzetverwachtingen verbeterden en meer bedrijven verwachten personeel aan te nemen.

Download hier het rapport Monitor Bouwketen Voorjaar 2025.
Algemene economische ontwikkelingen
Met een groei van 0,7% ontwikkelde de bouwnijverheid zich relatief gunstig in het eerste kwartaal van dit jaar. Het beeld is hiermee veel positiever dan vorig jaar, toen de toegevoegde waarde van de bouwproductie nog met 2,7% daalde. De Nederlandse economie groeide in het eerste kwartaal slechts met 0,1% ten opzichte van het voorgaande kwartaal.
Er werken in totaal 518.000 mensen in de sector (werknemers en zelfstandigen). Dat is ongeveer gelijk aan het aantal van vorig jaar, terwijl het totaal aantal werkenden in Nederland iets afnam. Het aantal openstaande vacatures liep op tot 81 per duizend banen, wat historisch hoog is. Het aantal WW-uitkeringen en faillissementen in de bouwnijverheid nam verder af.
De onderzoeksresultaten laten voor de hele bouwketen een positiever beeld zien dan de najaarsmeting van 2024. Vooral de relatief sterke toename van de werkvoorraad en omzetverwachtingen bij installatiebedrijven valt op. Zij hebben zich zichtbaar hersteld van de minder gunstige verwachtingen eind 2024.
Ordervoorraad en verwachtingen in de keten
De ontwikkeling van de werkvoorraden nam in de keten (licht) toe, met uitzondering van de ingenieursbureaus waar de werkvoorraad vrijwel gelijk bleef. Dat dit de sector vertrouwen geeft, is terug te zien in de verwachtingen rondom personeel. Vooral veel installatiebedrijven verwachten personeel aan te nemen. De omzetverwachtingen zijn eveneens sterk verbeterd. Na een sterke omzetdaling in de nieuwbouw en bij de afzet van zonnepanelen en warmtepompen vorig jaar, verwachten veel installatiebedrijven nu weer omzetgroei.
Ontwikkelingen per schakel |
Architectenbureaus: de werkvoorraad steeg relatief sterk van 4,8 naar 5,3 maanden werk. Het beeld voor de ontwikkeling van de omzet en het personeelsbestand bleef min of meer gelijk. Per saldo verwacht 5% dat de omzet gaat toenemen, 7% verwacht een groei van het personeelsbestand in het huidige kwartaal. |
Ingenieursbureaus: hier verslechterde het beeld iets, vergeleken bij de andere schakels in de keten. De werkvoorraad bleef met 6,5 maanden werk vrijwel gelijk, per saldo verwacht 3% meer bedrijven een daling van de omzet. 16% van de bureaus verwacht een uitbreiding van het personeelsbestand. |
Bouwbedrijven: de werkvoorraad van bouwbedrijven steeg heel licht naar 11,5 maanden werk. De stijging geldt zowel voor de burgerlijke- en utiliteitsbouw als de grond-, water-, en wegenbouw. In de omzetverwachtingen is weinig veranderd: 34% verwacht een omzetstijging, 16% houdt rekening met een daling. Per saldo verwacht 22% van de bedrijven extra personeel aan te nemen, iets meer dan in de vorige meting. |
Installatiebedrijven: de werkvoorraad nam met bijna een maand toe naar 11,4 maanden werk. Ook verwachten veel meer bedrijven een stijging van hun omzet, per saldo 58% (was 22%). Dit vertaalt zich ook in gunstige verwachtingen over het personeel: 86% van de bedrijven verwacht personeel aan te nemen. |
Meer weten?
Kijk voor meer economische onderzoeken op de pagina Branchecijfers.