Het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) onderzoekt twee keer per jaar de stand van de conjunctuur in de bouw. De resultaten over de tweede helft van 2025 zijn positief. Hoewel de werkvoorraad licht daalde, verbeterden de omzetverwachtingen en meer bedrijven verwachten personeel aan te nemen.
Algemene economische ontwikkelingen
Na de groei in het eerste kwartaal blijft de toegevoegde waarde van de bouwproductie in het derde kwartaal stabiel. De Nederlandse economie groeide in het derde kwartaal met 0,4% ten opzichte van het voorgaande kwartaal.
Er werken in totaal 522.000 mensen in de sector (werknemers en zelfstandigen). Dat is ongeveer gelijk aan het aantal van vorig jaar, terwijl het totaal aantal werkenden in Nederland iets afnam. Het aantal openstaande vacatures bleef ongeveer gelijk met 79 per duizend banen, nog steeds historisch hoog. Het aantal WW-uitkeringen en faillissementen in de bouwnijverheid nam verder af.
De onderzoeksresultaten blijven voor de hele bouwketen gunstig, al was het in het afgelopen voorjaar nog gunstiger. Al met al zijn de architectenbureaus het meest gematigd in hun verwachtingen. Installatiebedrijven zijn net als in het voorjaar het meest positief.
Werkvoorraad en verwachtingen in de keten
De werkvoorraad nam licht af ten opzichte van de voorjaarsmeting. Desondanks heeft de sector vertrouwen in de toekomst, per saldo verwacht men een toename in omzet en personeel. Vooral de installatiebedrijven verwachten (net als in het voorjaar) een sterke toename in hun personeelsbestand.
| Ontwikkelingen per schakel |
| Architectenbureaus De werkvoorraad daalde van 5,3 naar 4,9 maanden werk en is daarmee vergelijkbaar met het najaar van 2024. Het beeld voor de ontwikkeling van de omzet is positiever, per saldo verwacht 17% een toenemende omzet. Per saldo 2% verwacht een uitbreiding van het personeelsbestand, dat was in het voorjaar nog 7%. Per saldo 23% van de bureaus verwacht dat hun honoraria zullen stijgen. |
| Ingenieursbureaus Hier zijn de verwachtingen veel positiever dan in de voorjaarsmeting ondanks dat de werkvoorraad daalde van 6,5 naar 6,2 maanden. De omzetverwachting is veel positiever, per saldo 29% verwacht een hogere omzet. Daarnaast geeft 22% per saldo aan een uitbreiding van het personeelsbestand te verwachten. |
| Bouwbedrijven De werkvoorraad van bouwbedrijven steeg heel licht naar 11,5 maanden werk. De stijging geldt zowel voor de burgerlijke- en utiliteitsbouw als de grond-, water-, en wegenbouw. In de omzetverwachtingen is weinig veranderd: 34% verwacht een omzetstijging, 16% houdt rekening met een daling. Per saldo verwacht 22% van de bedrijven extra personeel aan te nemen, iets meer dan in de vorige meting. |
| Installatiebedrijven De werkvoorraad is licht gedaald van 11,4 naar 11,2 maanden werk. Toch zijn de omzetverwachtingen gunstig, per saldo 42% verwacht een stijging in de omzet, al waren ze in het voorjaar nog gunstiger met per saldo 58% die een stijging verwachtte. Ook de gunstige verwachtingen over het personeel zijn wat getemperd vergeleken met het voorjaar, per saldo 70% verwacht meer personeel versus 80% in het voorjaar. |
Download hier het rapport Monitor Bouwketen Najaar 2025.
Meer weten?
Kijk voor meer economische onderzoeken op de pagina Branchecijfers.