Aannemen en inhuren,
Arbeidsovereenkomst en -voorwaarden,
Functioneren werknemer,
Ziekte en arbeidsongeschiktheid,
Einde dienstverband,
Scholing (notificeert niet)
Op vrijdag 12 juni hebben werkgevers en vakbonden met minister Koolmees een akkoord bereikt over een nieuw pensioenstelsel. Pensioenfondsen kunnen vanaf 2022 gaan overstappen op het nieuwe systeem. Het is de bedoeling dat het nieuwe stelsel in 2026 volledig wordt ingevoerd. Voorzitter Doekle Terpstra vindt dat het nieuwe pensioenstelsel beter past bij de huidige arbeidsmarkt. ‘Het wordt robuuster en persoonlijker en dat tegen aanvaardbare kosten.’
42 jaar pensioen opbouwen
Net als nu is het doel van het nieuwe pensioenstelsel dat werkenden in 42 jaar tijd een pensioen moeten kunnen opbouwen. Dat pensioen (aow plus bedrijfspensioen) moet dan neerkomen op 80% van het gemiddeld genoten loon tijdens die 42 jaar. Voor de technieksector werken het Pensioenfonds Metaal en Techniek (PMT) en het Pensioenfonds Detailhandel het pensioenakkoord uit.
Voorlopig geen kortingen
Door de coronacrisis dreigden pensioenfondsen te moeten korten op de pensioenuitkeringen. Dat is voorlopig van de baan, omdat minister Koolmees de pensioenfondsen de tijd geeft om hun huishoudboekjes op orde te krijgen. Wanneer het pensioenfonds in december 2020 een dekkingsgraad van minimaal 90% heeft, zijn kortingen op de pensioenen niet nodig.
Twee pensioenvarianten
In het nieuwe pensioenstelsel bouwen werkgever en werknemer samen een pensioen op door premies te betalen. Het nieuwe (solidaire) contract is daarbij de basis. Vakbonden en werkgevers kunnen als aanvulling daarop onderling afspreken om een ‘verbeterde premieregeling’ op te zetten.
1. Het nieuwe solidaire contract
Het solidaire contract verdeelt meevallers en tegenvallers in het beleggingsresultaat evenwichtig over de leeftijdsgroepen. Vallen de beleggingsresultaten mee, dan merken de deelnemers dat aan een verhoging van hun pensioenuitkering. Maar het omgekeerde geldt ook: als het op de financiële markten tegenzit, daalt ook de pensioenuitkering. Om de pensioenuitkering toch min of meer stabiel te houden, zijn drie afspraken gemaakt:
- Voor oudere deelnemers wegen de meevallers en tegenvallers minder zwaar mee dan voor jongere deelnemers.
- Jaren met tegenvallende beleggingsresultaten worden gecompenseerd door jaren met goede resultaten.
- Pensioenfondsen houden niet alleen reserves aan om de pensioenen te kunnen betalen, maar ook een collectieve solidariteitsreserve. Daarmee kunnen ze het effect van tegenvallers op de pensioenuitkeringen dempen.
In de nieuwe solidaire pensioenregeling zijn er geen vaste pensioenaanspraken meer. De pensioenfondsen hoeven daarom geen minimale dekkingsgraad meer aan te houden.
2. De verbeterde premieregeling
Vakbonden en werkgevers kunnen onderling ook kiezen voor een verbeterde premieregeling als pensioenvoorziening. Zulke contracten worden toegankelijk voor bedrijfstakpensioenfondsen. Ook verplichte pensioenen kunnen onderdeel zijn van die regeling.
Duidelijkheid
Iedere deelnemer in een pensioenregeling krijgt zicht op zijn of haar persoonlijke situatie. Het pensioenfonds zal laten zien wat de hoogte van het pensioen is vóór en na de overstap naar het nieuwe stelsel.
De nieuwe regels gelden ook voor de bestaande pensioenopbouw
Het pensioengeld dat de afgelopen jaren is gespaard, is nodig om het nieuwe stelsel goed van start te laten gaan. De regels van het nieuwe, solidaire contract gaan daarom ook gelden voor het pensioengeld dat al is ingelegd.
AOW-leeftijd
In 2020 en 2021 blijft de leeftijd waarop de uitkering van de aow begint 66 jaar en 4 maanden. Vanaf 2022 stijgt de aow-leeftijd ieder jaar met 3 maanden. In 2024 komt de aow-leeftijd uit op 67 jaar. Vanaf 2025 stijgt de AOW-leeftijd met 8 maanden per jaar. Langer doorwerken gaat niet vanzelf. Het kabinet stelt tussen 2021 en 2025 een subsidie van 1 miljard euro subsidie beschikbaar voor bedrijven en sectoren om duurzame inzetbaarheid van mensen mogelijk te maken. Niet voor iedereen is het mogelijk om langer door te werken. De boete voor het meewerken aan vervroegde pensionering vervalt tot 2025. De Regeling Vervroegd Uittreden (RVU) maakt het werknemers mogelijk om met inzet van de eigen pensioenopbouw vervroegd met pensioen te gaan.
Afspraken over het nabestaandenpensioen en een eenmalige opname
In het nieuwe pensioenstelsel zijn ook afspraken gemaakt om het nabestaandenpensioen overzichtelijker te maken. Bovendien kunnen werknemers mensen op hun pensioendatum eenmalig maximaal 10% van hun pensioen ineens opnemen. Daarmee kunnen zij bijvoorbeeld de hypotheek versneld afbetalen of de studie van hun kinderen (af)betalen.