Techniek Nederland
Zoeken

Inloggen

Onze leden

bullets

Onze leden uit de installatiebranche richten zich op ontwerp, advies, uitvoering, beheer en onderhoud van technische installaties. Onze leden uit de elektrotechnische detailhandel zijn detailhandels-, reparatie- en refurbishedbedrijven.

Kwaliteit en vakmanschap

bullets

Leden van Techniek Nederland staan voor kwaliteit, betrouwbaarheid en service. Of het nu gaat om een utiliteits- of infraproject, bedrijf of woning: u weet dat u vakmanschap in huis haalt.

Over Techniek Nederland

bullets

Techniek Nederland is de ondernemersvereniging van technisch dienstverleners, installatiebedrijven en de technische detailhandel. Meer dan welke sector ook maken wij technische ontwikkelingen praktisch toepasbaar en daarmee maatschappelijk relevant. 

Onze leden

bullets

Onze leden ontwerpen, leveren, installeren en onderhouden ‘slimme techniek’. Van zonnepaneel, warmtepomp, paneelbouw, badkamers en smart homes, tot snelle en veilige dataverbindingen, innovatieve verkeersoplossingen, complete technische en industriële installaties, steeds slimmere productielijnen en flexibele gebouwen. Op basis van kwaliteit, betrouwbaarheid, vakmanschap en service.

Altijd op de hoogte

bullets

Als brancheorganisatie volgt Techniek Nederland het branchenieuws op de voet. Vaak zijn wij zelf de bron van het nieuws, vanuit onze rol in belangenbehartiging of omdat we nieuwe producten of diensten voor onze leden hebben ontwikkeld.

Gerenommeerde kennispartner

bullets

Via diverse media houden wij niet alleen onze leden, maar ook andere partijen op de hoogte.
Volgt u ons ook?

primary

Beleidstoelichting bij de begroting van Techniek Nederland voor 2020

Arbeidsmarkt

  • Aantrekken van nieuw personeel

Voor Techniek Nederland is het arbeidsmarktvraagstuk een belangrijk, zo niet het belangrijkste thema voor de komende jaren. Tekort aan voldoende, kwalitatief personeel is al jaren voor al onze leden één van de grootste uitdagingen. En die uitdagingen worden alleen maar groter de komende jaren met de toenemende vraag naar technische vakmensen vanwege de energietransitie. De energietransitie en de plannen die gemaakt worden in het kader van het Klimaatakkoord vragen bovendien ook om vakmensen die kennis hebben van nieuwe technieken. De plannen van gemeenten en provincies zijn echter nog helemaal niet uitgewerkt. Hoeveel behoefte er is aan welk soort specialisme is dan ook nog niet duidelijk. Dat maakt het bijzonder ingewikkeld om vanuit  het opleidingsveld op in te spelen.

Vanuit Techniek Nederland blijven we in 2020 onverminderd inzetten op voldoende, toegankelijke techniekopleidingen op álle niveaus - VMBO, MBO, HBO en WO.  Daarnaast pleiten we voor/werken we aan flexibele opleidingsmogelijkheden voor zij-instromers. Maar we kunnen dit grote vraagstuk niet alleen oplossen. Het arbeidsmarktvraagstuk in onze sector is van nationaal belang. We maken ons daarom sterk voor een techniekbrede aanpak voor instroom.

Cruciaal voor het aantrekken van voldoende nieuwe mensen in onze sector is het verbeteren van het imago van werken in de techniek. Volgens de TechBarometer is het kwantitatieve tekort dat we nu hebben onder andere te wijten aan een matig imago van de branche. Techniek wordt veelal gezien als een vak waar je vieze handen van krijgt. In 2020 gaat Techniek Nederland daarom door met het laten zien van de breedte van de techniekbranche, de diversiteit aan beroepen en de doorslaggevende rol die onze sector speelt bij met name de energietransitie (zie meer onder branche-imago).

  • Investeren in huidig personeel

Met alleen investeren in het aantrekken van nieuwe medewerkers kunnen we  de uitdagingen van de energietransitie niet aan. De noodzaak om te blijven investeren in zittend personeel wordt bij onze leden steeds meer gevoeld. Dat is bovendien noodzakelijk om je op kwaliteit van het werk te kunnen onderscheiden. Onder de noemer Leven Lang Ontwikkelen worden in 2020 onder meer nieuwe opleidingstrajecten gestart voor huidige werknemers, bijvoorbeeld op het gebied van het inregelen van verwarmingssystemen en zonnepanelen (PV).

Een andere manier om te investeren in zittend personeel is het voorkomen van uitval. Arbeidsongeschiktheid vormt nog altijd een bedreiging in onze sector vanwege een hoog aandeel in fysiek zware werkzaamheden. Maar ook de vaak hoge werkdruk leidt tot uitval. Daarom is een verzuimbeleid gericht op preventie en beperking van uitval essentieel. Samen met Techniek Nederland Verzekeringen en Zilveren Kruis hebben we daarom het Preventiefonds opgericht. Het Preventiefonds heeft als doel om door middel van onderzoek en inzet van hulpmiddelen uitval van medewerkers te voorkomen.

Daarnaast hebben we in onze sector te maken met reële risico’s op ongevallen en arbeid-gerelateerde gezondheidsschade. Investeren in veilig werken is een must. Dat doen we al jaren met instrumenten als de arbocatalogus. Vanuit aanpalende branches  - bijvoorbeeld vanuit de bouw – komen er ook steeds meer sectorspecifieke normen bij. Die kúnnen helpen om veiliger werken te bevorderen, maar die zorgen in de praktijk van onze leden ook  - onbedoeld – voor stapeling van regelgeving. Dit maakt het met name voor kleinere bedrijven moeilijk én duur om volgens alle nieuwe veiligheidsnormen te werken. Techniek Nederland gaat zich in 2020 daarom inzetten voor één heldere en haalbare veiligheidsnorm voor onze sector.

  • Nieuw pensioenstelstel

Voor zowel zittend als nieuw aan te trekken personeel geldt dat we ons als technieksector blijvend moeten willen neerzetten als een aantrekkelijke sector om in te werken. Dat betekent onder meer dat we moeten zorgen voor moderne arbeidsvoorwaarden en een toekomstbestendig pensioen.

Werkgevers, vakbonden en kabinet zijn het na jaren eens geworden over hoe het nieuwe pensioenstelsel eruit moet zien; waaronder aanpassing van de AOW-leeftijd (minder snel omhoog naar 67 jaar) en afspraken over mensen in zware beroepen (maatwerk om eerder uit te treden en investeren in duurzame inzetbaarheid). Dat moet leiden tot een nieuw pensioenstelsel dat beter past bij de wijzigingen op de arbeidsmarkt, beter afgestemd is op de economische ontwikkelingen en meer transparant en toegankelijk is.

De afspraken uit het pensioenakkoord zullen in de komende periode  uitgewerkt worden in verschillende werkgroepen (zoals de vormgeving van de nieuwe pensioencontracten, de aanpassing van het fiscale kader en de transitie naar een aangepast pensioenstelsel), zodat het kabinet in 2020 een wetvoorstel kan indienen. Techniek Nederland volgt de discussie intensief en participeert waar nodig en mogelijk in deze werkgroepen.

Verder is er door voortdurende daling van de rente een kortingsproblematiek bij het Pensioenfonds PMT. Techniek Nederland is van  mening dat korten tijdens de besprekingen niet wenselijk is en zet zich in om kortingen te voorkomen.

Techniek Nederland zet zich in 2020 in om voor leden een pensioenstelsel te realiseren dat passend en goed uitlegbaar is voor werknemers als belangrijke arbeidsvoorwaarde, dit tegen aanvaardbare en stabiele premies over langere periode. Voor de financiering van de transitie dient een realistisch en betaalbaar overgangssysteem afgesproken te worden.

  • Sociale innovatie

Goed werkgeverschap is meer dan het bieden van aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden. Innovatieve manieren van organiseren, managen en (samen-) werken – ook wel bekend als sociale innovatie – worden steeds belangrijker om je als werkgever te onderscheiden. Het levert een belangrijke bijdrage aan het concurrentievermogen van je bedrijf. Techniek Nederland stelt als ambitie dat sociale innovatie de norm wordt binnen bedrijfsvoering en personeelsbeleid in plaats van de uitzondering. Daarvoor moet een beweging op gang komen onder de leden. Met name nieuwe vormen van leiderschap zijn noodzakelijk om deze beweging op gang te krijgen. Hier gaan we in samenwerking met leden van Jong Techniek Nederland en vakgroepen in 2020 mee aan de slag.

Branche-Imago 

  • Wij zijn de Klimaataanpakkers

Tot voor enkelen jaren stelden we ons als sector vrij bescheiden op als het gaat om de toegevoegde waarde van de branche in het algemeen en ons aandeel in maatschappelijke transities in het bijzonder. We positioneerden zich veelal als ‘een schakel’ in de keten, in plaats van als ‘de regisseur’, ‘de verbindende schakel’.

Daar is inmiddels behoorlijke  verandering in gekomen. Wat begon met de keuze voor een vereniging met een meer publiek profiel en mede daarom het zichtbaar inzetten van Doekle Terpstra als voorzitter in de media, heeft zich afgelopen twee jaar uitgebreid richting allerlei politieke en bestuurlijke ‘tafels’. Dat komt vooral omdat we bewust gekozen hebben voor actieve betrokkenheid van Techniek Nederland en een 25 tal leden bij de totstandkoming van de plannen in het Klimaatakkoord voor de gebouwde omgeving. Onze leden doen veel meer dan bijdragen aan de klimaatopgave en energietransitie in de gebouwde omgeving, maar het is wel een thema dat iedere burger, iedere consument en ieder bedrijf raakt. Door onze constructieve bijdrage aan het Klimaatakkoord worden we nu meer en meer gezien als een partij die aan de besluitvormingstafels niet mag ontbreken, met een achterban waar je in de energietransitie niet omheen kunt.

Nu we van alle kanten worden herkend en erkend op dit belangrijke maatschappelijke thema, komen we ook makkelijker binnen bij bijvoorbeeld ministeries als het gaat om andere thematiek, zoals bijvoorbeeld aanbestedingsproblematiek of arbeidsmarktproblematiek. In 2020 zet Techniek Nederland onder de noemer Wij zijn de Klimaataanpakkers in op het verder positioneren van de Techniekbranche als de branche die bepalend is voor de toekomst van Nederland.

  • Breedte van de branche laten zien

Over onze branche bestaat bij de overheid, de belangrijkste spelers in het veld, het grote publiek én – last but not least – jongeren die voor de keuze van een opleiding staan vaak nog wel een beperkt beeld van onze sector.  Het is voor hen onvoldoende bekend wat er allemaal in onze branche gebeurt, in welke markten onze leden actief zijn en welke diversiteit aan beroepen er in de technieksector bestaat.

In 2019 hebben we belangrijke eerste stappen gezet om het beeld van onze branche te verbreden, door te kiezen voor de nieuwe naam Techniek Nederland, waarmee we het brede techniekdomein hebben geclaimd.  Daarnaast hebben we het idee achter de campagne De techniek achter Nederland in 2019 doorgetrokken via het wekelijkse radioprogramma De BNR Techniektour en door het organiseren van verschillende werk- en projectbezoeken voor (politieke) stakeholders aan bedrijven die in verschillende deelmarkten van de techniek actief zijn.

In 2020 zetten we de ingezette lijn door:

  1. Via samenwerking met BNR richten we ons op politiek, overheid en onze belangrijkste stakeholders.
  2. Jongeren die we naar ‘onze’ arbeidsmarkt willen trekken proberen we – in samenwerking met onder meer Wij Techniek – te bereiken door geselecteerde items die we met BNR maken gericht met groepen jongeren/leerlingen te delen en met behulp van ons platform De Techniek achter Nederland (vooral via social mediacampagnes).
  3. Voor het bereiken van het bredere publiek – c.q. consumenten – liften we voor een belangrijk deel mee op de grotere publiekscampagnes van de Rijksoverheid die naar aanleiding van het Klimaatakkoord de komende tijd ingezet worden. Met onze eigen social mediacampagnes haken we bij deze publiekscampagnes aan en zetten we Techniek Nederland en haar leden neer als een kwaliteitsmerk.
  • Techniek Nederland als kwaliteitsmerk

In 2020 is het van belang dat we met onze leden verder werken aan het neerzetten van één sterk kwaliteitsmerk. Met name alle uitdagingen die de energietransitie met zich meebrengt zorgen ervoor dat onze branche, onze ondernemers,  de komende jaren onder een vergrootglas liggen. Incidenten met nieuwe technieken (bijvoorbeeld verkeerd geïnstalleerde warmtepompen of zonnepanelen) maar ook nog met bestaande technieken (koolmonoxideongevallen met CV-installaties) liggen op de loer.

In 2019 is een start gemaakt met de nieuwe toelatingscriteria voor lidmaatschap van Techniek Nederland. Naar de buitenwereld (consumenten, opdrachtgevers, politiek en stakeholders) geven we consequent de boodschap mee dat je voor kwaliteit, voor erkende en gecertificeerde vakmensen, bij leden van Techniek Nederland moet zijn. Dat moeten we dan dus ook waar kunnen maken. Dat begint bij het handhaven van onze toelatingscriteria. Maar er liggen ook uitdagingen aan opleidingskant en bij bewustwording van ondernemers.

Werken aan het imago van de branche  algemeen en Techniek Nederland als kwaliteitsmerk specifiek kunnen we als branchebureau niet alleen doen. Dat kunnen en moeten we doen in samenwerking met onze leden. Naast de bestaande gremia die zich met kwaliteit bezig houden, zoals de VKD, zoeken we in 2020 ook meer de samenwerking met andere leden-groepen. Daarnaast starten we in 2020 met een klankbordgroep van communicatie- en marketingprofessionals van leden.

Energietransitie en klimaat

De klimaatdoelstellingen voor de komende 30 jaar zijn helder en uitdagend. In 2030 moet Nederland 49 procent minder CO2 uitstoten dan in 1990 en in 2050 moeten we CO2  neutraal zijn. Daarnaast is het de ambitie van het huidige kabinet dat aan het eind van deze kabinetsperiode ongeveer 50.000 nieuwbouwwoningen per jaar aardgasloos worden opgeleverd en dat 30.000 tot 50.000 bestaande woningen per jaar gasvrij kunnen  worden gemaakt. Hiermee wordt een eerste stap gezet op weg naar een verduurzaming van 200.000 huizen per jaar, een tempo dat nodig is om tot 2050 de hele voorraad van  6 miljoen woningen te verduurzamen.

Voor de zomer is het Klimaatakkoord gepresenteerd. Dit akkoord beschrijft de instrumenten om bovenstaande  klimaatdoelstellingen te kunnen halen. Dat zijn zeker niet alleen beleidsmatige teksten. Er is de afgelopen anderhalf jaar door heel veel partijen hard gewerkt aan concrete voorstellen, doorgerekend en wel. Techniek Nederland heeft een belangrijke rol gespeeld bij de totstandkoming van deze plannen, met name de plannen voor de gebouwde omgeving. Op 4 september jongstleden hebben we met de actief betrokken leden uit de commissie Klimaatberaad en in aanwezigheid van Ed Nijpels, Diederik Samsom en minister Wiebes onze steun voor het akkoord uitgesproken.

Het is inmiddels iedereen duidelijk dat de technieksector een doorslaggevende rol speelt bij het kunnen waarmaken van alle klimaatambities. Plannen zijn mooi, maar wie gaat ze uitvoeren? Zonder de technieksector krijgen we de energietransitie en de klimaatopgaven niet voor elkaar. De technieksector kan bovendien met innovatieve oplossingen meehelpen om de kosten van de energietransitie binnen de perken te houden. Maar dat kunnen we niet alleen, daar is samenwerking voor nodig. Maar ook een aantal randvoorwaarden, met name op het gebied van arbeidsmarkt en scholing. Want de doelstellingen van het Klimaatakkoord zijn alleen te realiseren als er voldoende technici met green skills instromen op de arbeidsmarkt. Daarover moeten goede afspraken gemaakt worden, landelijk en in de regio, met overheden en met opleidingsinstituten.

  • Uitwerking Klimaatakkoord landelijk en regionaal

Nu het Klimaatakkoord is vastgesteld komen we in de fase van nadere uitwerking. Techniek Nederland is landelijk betrokken bij de verdere uitwerking van de plannen voor de gebouwde omgeving. We sturen hierbij vooral op maatregelen die zorgen voor het kunnen vereenvoudigen, verslimmen en versnellen van processen in de praktijk.  We schuiven bovendien aan bij vijf van de twintig lopende Proeftuinen met aardgasvrije wijken en sturen mee op de selectie van gemeenten voor een tweede ronde proeftuinen. Daarnaast werken we samen met de woningbouwcorporaties in het versnellingsproject Startmotor voor verduurzaming van huurwoningen. In 2020 hebben we bovendien een concrete aanpak uitgewerkt voor de individuele ‘ontzorging’ van huizenbezitters én voor het MKB.

Techniek Nederland wil ook stevig betrokken zijn bij de regionale uitwerking van het Klimaatakkoord, waar de komende tijd provincies en gemeenten mee aan de slag moeten. Die uitwerking wordt vastgelegd in zogeheten Regionale Energie Strategieën en warmtevisies (gemeenten) en vervolgens geconcretiseerd in uitvoeringsagenda’s van provincies en wijkaanpakken van gemeenten. We zien voor Techniek Nederland een rol weggelegd om regionaal en lokaal met onze leden technische expertise in te brengen bij het opstellen van de plannen én om de benodigde initiatieven van de grond te krijgen op het gebied van arbeidsmarkt en opleidingen. We beginnen daarbij zeker niet op nul. Onze leden zijn niet pas begonnen met duurzame technieken toen de plannen voor het Klimaatakkoord werden gemaakt, die hebben daar vaak al jarenlange ervaring mee. Van belang is om onze sector  beeld te brengen bij de regionale en lokale overheden om zo te komen tot mogelijke publiek-private samenwerkingen (PPS constructies). Ook op onderwijsgebied zijn er regionaal al verschillende initiatieven opgezet waar andere regio’s van kunnen leren.

In 2020 is Techniek Nederland gesprekspartner op bestuurlijk niveau bij alle provincies en de 4 grote gemeenten voor het opstellen van hun Regionale Energiestrategieën en warmtevisies. Hierbij leveren we de provincies en gemeenten op maat informatie over wat er in hun regio (technisch) nodig is, met name op het gebied van investeren in specifiek technisch onderwijs.

  • Landelijke belangenbehartiging

Om de klimaatdoelen voor 2030 en 2050 te kunnen halen is het noodzakelijk dat de aanpak die nu in het kader van het Klimaatakkoord is afgesproken ook na de regeertermijn van dit kabinet blijft doorgaan. Daarom heeft het kabinet de plannen in het Klimaatakkoord gekoppeld aan de Klimaatwet. Deze wet stelt onder meer dat het kabinet een Klimaatplan moet maken waarin onder meer de hoofdlijnen van al het beleid staan waarmee het kabinet de doelstellingen uit de Klimaatwet wil halen en wat de economische gevolgen van dit beleid. Elke 5 jaar wordt het Klimaatplan, door weer een nieuw kabinet dus, op basis van actuele inzichten bijgesteld. Dit geeft een stabiel kader waarbinnen Techniek Nederland de komende jaren de belangen van haar leden kan behartigen.

Maar de Klimaatwet is niet de enige wet die kansen biedt of juist ongewenste beperkingen oplevert voor onze leden. We zien nu al dat het energie- en klimaatbeleid leidt tot allerlei nieuwe regelgeving en aanpassing van bestaande wetten en regels zoals bijvoorbeeld het Bouwbesluit. Er worden nieuwe normen bedacht, bijvoorbeeld geluidsnormen voor warmtepompen. En bestaande normen worden aangescherpt, bijvoorbeeld voor energiebesparing door bedrijven of kwaliteits-/veiligheidsnormen voor werkzaamheden aan verwarmings- en koelingsinstallaties (EPBD). Met name op het gebied van kwaliteit en veiligheid verwachten we de komende jaren alleen nog maar meer (aanscherping van )regelgeving, zowel landelijk als vanuit Europa. De focus van Techniek Nederland bij het beïnvloeden van landelijke en Europese regelgeving op het gebied van energietransitie en klimaat ligt in 2020 op:

  • Zorgen voor risico gestuurde handhaving en beloning van goed gedrag
  • Voorkomen van onnodige administratieve lasten en kosten, met name voor MKB bedrijven
  • Pleiten voor het (digitaal) toegankelijk maken van de benodigde gebouwdata om aan alle eisen en normen te kunnen voldoen.

Kwaliteit

  • Techniek Nederland als kwaliteitsmerk

We hebben de ambitie om door de klanten van onze leden meer en meer herkend en erkend te worden als kwaliteitsmerk. Als je een lid van Techniek Nederland inhuurt, is de kwaliteit van de geleverde dienstverlening en producten gegarandeerd. Leden kunnen trots zijn op dit merk waar zij met hun eigen houding en gedrag invulling aan geven.

De komende jaren investeert Techniek Nederland met haar leden fors op dit onderdeel, zowel vanuit het eigen kwaliteitsbeleid als vanuit het verstevigen van het branche-imago en het vergroten van de naamsbekendheid. Met de aangescherpte lidmaatschapscriteria en de ondersteuningsprogramma’s om dit in te vullen beogen we het kennis- en kwaliteitsniveau van onze leden te verhogen. Alle nieuwe leden zullen per 2019 moeten voldoen aan de vastgestelde criteria en bestaande leden zullen met een overgangstermijn ook voldoen aan die criteria. Vanaf 2020 moeten ook bestaande leden aan de nieuwe kwaliteitscriteria voldoen om lid te mogen blijven van het kwaliteitsmerk Techniek Nederland.

Eind 2020 heeft Techniek Nederland voor de consumentenmarkt een profiel opgebouwd met een onderlegger door positieve klantbeoordelingen. Deze klantbeoordelingen worden op een geaggregeerd niveau gebruikt als input voor activiteiten die het vakmanschap en de professionaliteit verhogen. Om deze beoordelingen af te kunnen geven, moeten consumenten onze leden natuurlijk wel eerst weten te vinden. Daarvoor is een toegankelijke, consumentvriendelijke Ledenzoeker nodig op onze website. In 2020 hebben we de huidige Ledenzoeker toegankelijk en consumentvriendelijk gemaakt en is het mogelijk om aan de leden mee te geven hoe vaak zij in de Ledenzoeker zijn gevonden.

Daarnaast beoogt Techniek Nederland het in 2019 gelanceerde keurmerk Refurbished in 2020 uit te breiden van IPhones  naar tablets en Macbooks. Om voor het Keurmerk Refurbished in aanmerking te komen, moet een bedrijf de Macbook en iPad  op meer dan vijftig punten controleren. Bedrijven met het Keurmerk Refurbished onderwerpen het toestel aan een uitgebreide inspectie van zowel hardware als software.

  • Kwaliteitsregelingen, regelgeving en voorschriften

Onze leden moeten hun werk uitvoeren volgens de vele eisen die private partijen stellen in de vorm van kwaliteitsregelingen, normen, richtlijnen en standaarden en volgens de eisen die de overheid stelt in  wet- en regelgeving. Techniek Nederland waakt er voor haar leden voor dat deze eisen op de beroepspraktijk en de markt blijven aansluiten en dat er geen onnodige stapeling van kwaliteitsregelingen en wettelijke eisen ontstaat.

In 2020 ligt de focus van Techniek Nederland bij de uitwerking van de wettelijke certificeringsregeling voor het onderhoud van gastoestellen en bij het aanpassen van bestaande kwaliteitsregelingen aan de nieuwe wetgeving rondom Private Kwaliteitsborging.  Bij zowel de minister als bij de certificerende instellingen blijven we benadrukken dat voor kleine bedrijven en zelfstandige ondernemers de certificeringsregeling haalbaar en betaal moet zijn, zodat ook zij de inbedrijfstelling van gastoestellen kunnen blijven doen. Techniek Nederland ontwikkeld daarbij voor haar leden een apart ondersteuningsprogramma om aan de uiteindelijk eisen te kunnen voldoen tegen zo min mogelijk administratieve belasting.

Het speelveld van de voorschriften in de techniek, regelgeving en kwaliteitsorganisaties is qua opzet, organisatie en regie niet overzichtelijk. Bovendien spelen diverse belangen mee die niet altijd tot voordeel van de leden leiden. Onze leden spreken niet altijd mee, maar zijn wel leidend voorwerp. Dit leidt tot onnodige kosten voor het reparatie- en installatiebedrijf, complexiteit en onduidelijkheid in de markt. En het uiteindelijke doel rondom realiseren van adequate oplossingen voor de opdrachtgevers, wordt soms vergeten. In 2020 werken we verder aan het vereenvoudigen van het speelveld van kwaliteitsorganisaties en –regelingen: minder organisaties en regelingen die goed op elkaar afgestemd zijn. Daarvoor is het noodzakelijk dat Techniek Nederland voldoende bestuurlijk en in technische commissies vertegenwoordigd is om zo de belangen van de leden optimaal te kunnen behartigen.

Tot slot worden in 2020 de kwaliteitsregelingen van InstallQ vernieuwd. Leden van Techniek Nederland worden betrokken in de uitwerking. De aanpak zal in samenwerking met Wij Techniek zijn, waarbij de kennis en competentie die in een regeling zijn vereist vanuit de branchevakmanschap-structuur wordt ingebed.

  • Handhaving van kwaliteitseisen en creëren van een gelijk speelveld

Techniek Nederland staat voor kwaliteit en werkt daarom met haar leden mee aan zowel private als wettelijke kwaliteitseisen. Daarbij is het wel van belang dat installateurs en retailers een eerlijke kans krijgen om te concurreren, dat er sprake is van een gelijk speelveld. Door bijvoorbeeld  e-commerce en het internet kunnen consumenten nu overal in de wereld online hun aankopen doen. Dit biedt geweldige kansen, maar brengt ook risico’s met zich mee. Veel van deze producten voldoen namelijk niet aan de Europese kwaliteitseisen. Met verschillende Retail-partners, MKB-Nederland en VNO-NCW richt Techniek Nederland haar lobby in 2020 op het handhaven van (Europese) kwaliteitseisen aan producten.  

Een ander voorbeeld van een ongelijk speelveld zijn de steeds strengere (Europese) normen die aan verwarmings- en koelingsinstallaties in de gebouwde omgeving worden gesteld. Met de energietransitie en klimaatuitdagingen zullen deze normen alleen nog maar uitgebreider en strikter worden. We zien echter regelmatig dat serieuze handhaving op deze nieuwe wet- en regelgeving ontbreekt. De ‘beunhazen’ in de sector die zich niets van al deze regelgeving aantrekken blijven daardoor ‘onder de radar’ en kunnen hun producten en diensten tegen veel lagere prijzen aan blijven bieden. Met alle gevolgen van dien voor de concurrentiepositie van onze leden én voor imagoschade voor de hele sector in  het geval van incidenten met gebrekkige kwaliteit.

Bij nieuwe wet- en regelgeving op het gebied van kwaliteit die impact heeft op onze achterban zet Techniek Nederland in 2020 consequent in op serieuze handhaving.

Digitalisering

Voor de installatiesector liggen er grote kansen om met digitalisering haar toegevoegde waarde sterker te laten spreken in de bouwkolom. Digitalisering en informatisering zijn essentieel om in een flink tempo, op een hoog kwaliteitsniveau en efficiënt te bouwen. Daarbij is digitalisering niet alleen in de ontwerp- en realisatiefase, maar ook in de onderhoud- en exploitatiefase cruciaal. Een substantiële omzet en onderscheidende marktpositie van de installatiebranche is met name in die laatste fase aan de orde. Digitalisering en Informatisering is meer dan een belangrijke randvoorwaarde, waarbij het speelveld qua techniek, organisatie en regie niet overzichtelijk is. Er gebeurt al veel, maar te vaak ontbreekt de samenhang tussen de verschillende initiatieven. Voor een bouwbrede digitalisering bundelt Techniek Nederland de krachten met toonaangevende partijen uit de sector.Techniek Nederland richt zich op 4 onderdelen van het brede thema digitalisering:

  • Digitalisering van de producten en diensten

Steeds meer producten en dienstverlening door onze leden kennen een digitale component, waarbij de kennis en vaardigheden op dit gebied mee moeten groeien met de technologische – en marktontwikkelingen. Onderdeel hiervan zijn ook robotisering, Artificial Intelligence en Smart home. De digitalisering van producten en diensten heeft invloed op de noodzakelijke kennis en business modellen.

De technologie en invulling van de ontwikkeling ‘data als het nieuwe goud’ is een gebied waar Techniek Nederland haar leden faciliteert. Enerzijds door kennis te leveren over ‘Internet of Things’ oplossingen, anderzijds door het beschikbaar krijgen van relevante (gebouw-)data die bijvoorbeeld bij de verduurzaming nodig zijn. Mogelijk zijn business modellen van onze leden te ondersteunen door het samenwerken met of het oprichten van platforms. In 2020 komt op basis van onderzoek naar de impact van Internet of Things (IoT) voor enkele deelsectoren (waaronder beveiliging en Smart Homes) een kennisprogramma voor de lid-bedrijven en hun medewerkers beschikbaar.

  • Cybersecurity en digitale veiligheid

Onze digitale veiligheid staat door alle ontwikkelingen steeds meer onder druk. De installatiebranche staat aan de basis door het veilig(-er) aanleggen van systemen, gebruik van data en onderliggende netwerken. Zowel binnen het bedrijf als bij de toegepaste producten en dienstverlening maakt de ICT-component de aandacht voor cybersecurity noodzakelijk.

Techniek Nederland zorgt ervoor dat nationale en sectorale ontwikkelingen worden door vertaald naar bruikbare dienstverlening voor de leden. Een sectorgerichte invulling gekoppeld aan de nationale initiatieven is hierbij het uitgangspunt. Daarnaast biedt Techniek Nederland haar leden een concreet kennisprogramma en binnen een netwerk van partners relevante ondersteuningsdiensten. Dit richt zich zowel op de aspecten binnen het lid-bedrijf (bedrijfsvoeringsaspecten/ICT) als de aspecten die zicht richten op de installaties die bij klanten worden gerealiseerd (bijvoorbeeld  beveiliging, Smart Homes). In 2020 neemt Techniek Nederland namens de Smart Home Society het initiatief tot een ‘Smart Home Cyberweerbaarheidssamenwerking’. Deze samenwerking beoogt de digitale weerbaarheid van de aanbieders van Smart Home producten én diensten te verbeteren en zo direct bij te dragen aan de veiligheid van Smart Homes voor consumenten.

  • Digitalisering binnen de bedrijfsvoering en de keten

Als onderdeel van een keten is informatie uitwisseling cruciaal. De verscheidenheid aan oplossingen en standaarden leidt tot aanzienlijke inspanningen om dit in de bedrijfsvoering en business model in te passen. Onze leden vinden nu vaak zelf het wiel uit. Deels is dit de concurrentiële toegevoegde waarde van het bedrijf, maar de pre-concurrentiële basis is onvoldoende uitgekristalliseerd. Hier gaan grote kosten mee gemoeid en hebben projectmatige oplossingen de overhand.

Eind 2020 heeft Techniek Nederland met de bouwsector een concreet meerjarenplan opgesteld met oplossingen voor digitaliseringsissues in onze branche. Zo zijn bijvoorbeeld belangrijke overdrachtspunten in de BIM-systematiek eenduidig beschreven en zijn de standaarden voor een installatieregister geïmplementeerd in de bestaande toepassingen van de branche (FGO+, OK CV, EPBD Aircoregister) en kunnen die gekoppeld worden met de bouwwerkdossiers die volgens de DSGO uitgangspunten zijn opgezet. Koppelvlakken van belangrijke installatieprocessen zijn op basis van de visie van specialisten uit de branche door vertaald in nieuwe alternatieven die passen in het digitale proces (bijv. ontwerpen, tekeningen, logistiek, onderhoud en beheer).

Daarnaast is in 2020 een door Techniek Nederland ontwikkelde Objectenbibliotheek voor installatiedelen bij 2BA in exploitatie gegaan.

  • Eén digitale identiteit

Er wordt steeds meer gewerkt met digitale profielen van werknemers en bedrijven in de installatiebranche als onderlegger van vakmanschap en validatie van werkzaamheden. Deze informatie willen wij vanuit de sector zelf regisseren en daarvoor een gevalideerde digitale identiteit met profiel beschikbaar stellen. Deze identiteit laat de professionele kwalificaties zien van de werknemer en geeft toegang tot de digitale diensten van de sector. De beschikbaarheid van digitale identiteiten levert tevens de mogelijkheden om vernieuwende (digitale) dienstverlening vanuit marktpartijen te ontwikkelen.

We streven ernaar dat op termijn binnen de sector de profielen van werknemers en bedrijven op een zorgvuldige wijze beheerd en beschikbaar gesteld worden ten behoeve van dienstverlening van sectorinstituten, digitale dienstverleners en kwaliteitsorganisaties. Hiervoor richten we met werkgevers en werknemers de Stichting Centraal Register Techniek (CRT) op. Vanuit dit Centraal Register wordt betrouwbare informatie geleverd over kwaliteit van de bedrijven en vakmanschap van medewerkers in de branche. De dienstverlening baseert zich op een digitale identiteit met het Vakpaspoort voor de medewerkers in de branche en een kwaliteitsregister voor de bedrijven.

In 2020 gaat het CRT van start met enkele grote kwaliteitsregelingen van InstallQ en SSVV.

Infrastructuur

Mondiaal staat Nederland in de top 10 van landen met de beste infrastructuur. Daarom wordt soms gesuggereerd dat Nederland qua infrastructuur wel ‘af’ is. Het tegendeel is echter waar. In de komende decennia staat Nederland juist voor grote uitdagingen op het gebied van infrastructuur. De demografische, klimatologische, economische en technologische ontwikkelingen hebben verstrekkende gevolgen. Veel van de huidige infrastructuur in ons land stamt uit de jaren 50 en 60 die nu massaal het einde van hun levensduur naderen. Deze enorme vervangingsopgave biedt kansen om deze infrastructuur toekomstfit te maken. Maar hoe gaan we die uitdagingen te lijf?

Onze infra-leden hebben in 2019 hierover nagedacht en hebben een toekomstvisie opgesteld die uitgaat van het beter willen maken van de gehele bedrijfskolom. Het gaat daarbij om een houding en gedrag gericht op samenwerking en het willen bereiken van het best mogelijke resultaat. Een verhouding waarbij het als opdrachtnemer mogelijk wordt om gezonde marges voor je bedrijf te realiseren en iedereen investeert in een vitale en duurzame sector. De hiervoor benodigde verandering bestaat uit de overgang van een hiërarchische opdrachtgever-opdrachtnemer relatie naar een gelijkwaardigere samenwerking en complementariteit, het denken en werken in ketens, met contracten die gestart zijn vanuit reële randvoorwaarden. De principes zoals geformuleerd in de Marktvisie staan hierin centraal: trots en vakmanschap in de sector, het professioneel hanteren van prijs en kwaliteit in het aanbestedingsproces, respectvolle samenwerking door alle partijen in de keten en het op een evenwichtige manier omgaan met risiconeming en -toedeling.

  • Vormgeven Vervanging en Renovatie aanpak Rijkswaterstaat

Techniek Nederland levert een bijdrage aan de opgave voor de infraleden door partijen te verbinden, te lobbyen voor de juiste randvoorwaarden en de leden in de infrabranche zichtbaar te positioneren. Daarvoor hebben we in 2019 belangrijke eerste stappen gezet, met name richting een partij als Rijkswaterstaat.

In 2020 stellen we een branchevisie Vervanging en Renovatie op en gaan hierover met Rijkswaterstaat in gesprek hoe wij op deelgebieden onze bijdragen aan die opgave kunnen leveren.

Daarnaast zal in 2020 een werkgroep de landelijke bruggenstandaard hebben geëvalueerd met als doel de RWS-eisen te vereenvoudigen waardoor de realisatie aanzienlijk versneld kan worden.

Ook zal in 2020 de uitvoering van een reeks aanbevelingen vanuit het rapport “Toekomstige opgave Rijkswaterstaat: Perspectief op de uitdagingen en verbetermogelijkheden in de GWW sector” plaatsvinden. Het gaat hierbij om beheersbaarheid van complexiteit, passende risicoverdeling en het vergroten van voorspelbaarheid. De structurele maatregelen zijn gericht op het bereiken van een betere risico-rendement verhouding in de GWW-sector, het stimuleren van innovatie en vergroting van productiviteit met daarbij een passend instrumentarium dat wordt ontwikkeld.  Ook worden er  pilots rond aanbesteding gehouden. Techniek Nederland zorgt er in 2020 voor zoveel als mogelijk bij deze uitvoering betrokken te zijn en zal waar nodig concrete suggesties doen die de positie van onze leden versterkt.

  • Kwaliteit en vakmanschap

In 2019 zijn de vacatures binnen stichting CKB (Certificatieregeling Kabelinfrastructuur en Buizenlegbedrijven) vervuld en zijn met name de opdrachtgevers weer aangesloten, waarmee het draagvlak voor de regeling in de markt is vergroot en er nieuwe energie is ontstaan om de regeling te actualiseren. In 2020 is de doelstelling om de CKB regeling geactualiseerd en afgestemd op de marktbehoefte te kunnen opleveren. Hiermee voorkomen we dat er een versplintering aan losse regelingen komt en bewerkstelligen we dat de regeling aansluit op de werkpraktijk. Daarnaast is in 2020 is de samenwerking verkend en waar mogelijk aangegaan met relevantie kennisinstellingen binnen de infrabranche (o.a. CROW, COB, Bouwcampus), waarbij kennis en netwerken worden ontsloten voor onze leden. Specifiek wordt de samenwerking met ASTRIN (branchevereniging voor smart infra) verkend en vormgegeven en zal er aansluiting worden gezocht op het project Common Ground.

  • Werkkapitaalbeslag en reële marges voor aannemers bij (combi-)contracten met netbeheerders

Tot slot zal de focus van de inspanningen van Techniek Nederland op het gebied van Infra in 2020 liggen op het verbeteren van het werkkapitaalbeslag en het realiseren van reële marges voor aannemers bij (combi-)contracten met netbeheerders. Hiervoor worden in 2020 samen met Bouwend Nederland de gesprekken binnen het initiatief Mijnaansluitingen.nl voortgezet met als doel om de werkprocedures rondom nieuwe aansluitingen en combicontracten te uniformeren bij de landelijke netbeheerders. Hierdoor worden administratieve lasten beperkt en efficiency voordelen voor onze leden behaald.

Daarnaast zal Techniek Nederland in 2020 een initiatief starten om de uitdagingen in de ondergrondse infra bij de top van de netbeheerders en ministeries onder de aandacht te brengen. Onder het motto “geen energietransitie zonder aandacht voor ondergrondse infra” willen we hier een aantal issues aankaarten en in  gesprek raken met onze stakeholders over mogelijke oplossingen.

Ondernemerschap

  • Gezonde marktwerking bevorderen

Onze leden hebben te maken met particuliere, commerciële en overheidsopdrachtgevers. Onder het programma Marktwerking bundelen wij de lobby en activiteiten van Techniek Nederland die de leden ondersteunen bij het maken van de aanbieding en het realiseren van het werk. Hierdoor verbetert de aanbestedingspraktijk. Aanbestedingen zijn transparant, de kosten beperkt en er is sprake van fair play / een redelijke kans op het verkrijgen van de opdrachten. Dit wordt voor steeds meer leden belangrijk omdat de praktijk verandert: de pilots van de aardgasvrije wijken leiden tot gewijzigde vormen van opdrachtgeverschap en het in de markt zetten van opdrachten.

Naast het verkrijgen van het werk, al dan niet via een aanbesteding, is ook de uitvoering van het werk van belang, en binnen dit thema in het bijzonder de voorwaarden waaronder de bedrijven het werk moeten uitvoeren. Een groot issue zijn de bepalingen rondom aansprakelijkheid. Daarvoor is ook een verdere verbetering van de samenwerking tussen leden, ketenpartners en opdrachtgevers nodig. De Actieagenda Beter Aanbesteden, de herziening UAV-GC en de samenwerkingsovereenkomsten met Rijkswaterstaat en het Rijksvastgoedbedrijf moeten ervoor zorgen dat de samenwerking tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers verbetert. In 2020 hebben de getekende samenwerkingsovereenkomsten daadwerkelijk geleid tot een betere praktijk zowel in aanbestedingen als in de uitvoering tot gevolg. Daarnaast zet Techniek Nederland zich ervoor in dat de herziening UAV-GC tot optimale verbetering bij geïntegreerde contracten leidt.

  • Minder administratieve lasten

Het is belangrijk dat onze leden zich zoveel als mogelijk op het ondernemen zelf kunnen richten, zonder daarin al te veel belemmerd te worden door stapeling van onhaalbare of onbetaalbare regelgeving. Vanuit lokale, landelijke en Europese regelgeving is er echter sprake van toenemende lastendruk voor onze leden. Voorbeelden hiervan zijn de wet Private kwaliteitsborging, de certificeringsregeling rondom koolmonoxide en de Nederlandse implementatie van de EPBD. Een onderdeel van het Klimaatakkoord is de invoering van zero-emissiezones. Dit brengt onzekerheid mee over de aard en mate van investeringen in mobiliteit voor de bedrijven. Een ander groot knelpunt is de onzekerheid rondom het inlenen van ZZP-ers. Deze onzekerheid belemmert het groeivermogen van de bedrijven. En dat is zonde, want alle handen en hersenen in de branche moeten optimaal worden ingezet om de klimaat- en energiedoelstellingen te behalen.

De toenemende lastendruk geldt voor alle bedrijven, van ZZP-er tot multinational. Maar omdat het MKB vaak aan dezelfde regels moet voldoen als de grotere bedrijven, zonder dat zij daarvoor gespecialiseerde werknemers hebben, wordt de lastendruk voor het MKB als onevenredig hoog ervaren. Om dit bij nieuwe regelgeving te voorkomen heeft de overheid, mede door lobby vanuit Techniek Nederland, het instrument ‘MKB-toets’ in het leven geroepen. Naast de doorlopende lobby voor vermindering van regeldruk ziet Techniek Nederland in 2020 er actief op toe dat de MKB toets wordt uitgevoerd op nieuwe regelgeving die onze leden raakt.

  • Bevorderen van professioneel ondernemerschap

Techniek zit bij onze leden in de genen. Maar ondernemerschap is meer dan het product of de dienst die de leden aan de klanten aanbieden. Strategiebepaling, anticiperen op veranderingen, denken vanuit de klant en inzicht in de financiën zijn zaken waar een ondernemer kennis van moet hebben om toekomstbestendig te zijn. Het is een gemiste kans voor de leden als ze zich onvoldoende onderlegd hebben in hun bedrijfsvoering voor het omgaan met de huidige veranderingen. Maar niet alleen een gemiste kans voor het lid zelf, maar uiteindelijk ook voor de gehele sector. Hoewel Techniek Nederland vindt dat het de verantwoordelijkheid van de ondernemer is om zich in de genoemde onderwerpen te bekwamen, is het meer dan ooit wel de taak van de branchevereniging om de leden hierin te faciliteren en te stimuleren.  In 2020 biedt Techniek Nederland leden sturingsinformatie, tools en handvatten, zodat zij de juiste strategische keuzes kunnen maken. Dit zijn diensten en producten rondom bijvoorbeeld circulair ondernemen (inclusief de markt voor refurbished producten),  de energietransitie, zero-emissiezones en financieel-economische tools en onderzoeken zoals benchmarkonderzoek en marktonderzoek.

Wonen, welzijn en zorg

  • Langer Zelfstandig Thuis Wonen en Comfortabel Wonen

Langer Zelfstandig thuis Wonen en Comfortabel Wonen zijn en blijven prioritaire issues onder het thema Wonen, Welzijn en Zorg van Techniek Nederland. De vergrijzing neemt de komende 10 tot 15 jaar  steeds meer toe en mensen bereiken steeds vaker een hogere leeftijd. Die hogere leeftijd komt niet altijd zonder gebreken. De politieke- en maatschappelijke insteek is dat mensen langer thuis “moeten” en “willen” blijven wonen op een acceptabele en comfortabele manier.

De afgelopen jaren is vanuit de branche een keur van producten en diensten ontwikkeld op het gebied van Langer Zelfstandig Thuis Wonen en Comfortabel Wonen. Deze moeten blijvend onderhouden worden en mogelijk zelfs uitgebreid.

In 2020 komt het aantal Comfort Installateurs op 50 en hebben we een landelijke dekking bereikt. Het concept Comfort Installateurs verder onder de aandacht gebracht bij andere belangenpartijen en overheden en de beslisboom, die we in 2019 samen met Aedes en Bouwend Nederland  hebben ontwikkeld wordt verder ingezet als onderdeel van een gezamenlijk programma om LZTW in de huursector te verbeteren. Tot slot worden in 2020 wordt cursussen in het concept Comfort Installateurs via Techniek Nederland aangeboden en neemt Techniek Nederland nog meer dan tevoren een kennispositie in.

  • Health Care / Hospital @Home

Ziekenhuizen en zorginstellingen gaan er steeds vaker toe over patiënten het genezingsproces, de revalidatie of zelfs (een deel van) de behandeling thuis te laten ondergaan, de zogeheten ‘extramurale benadering’. Voorbeelden daarvan zijn moeilijke zwangerschappen, thuisdialyse en hartproblematieken. De verwachting is dat deze ontwikkeling nog verder gaat. Dit gaat verder dan Langer Zelfstandig Thuis Wonen en vergt een verdiepingsslag op dat concept. De techniekbranche zal daar een rol in moeten spelen,  waarbij onder meer een goede en betrouwbare digitalisering van zeer groot belang is. Slimme aanpassingen aan huizen, gericht op de specifieke behoefte van een consument én van de betrokken zorgpartijen, waarbij veiligheid en optimale betrouwbaarheid essentieel zijn, zijn bij uitstek taken voor gespecialiseerde installatiebedrijven.

In 2020 is er een nationale norm op het vlak van “Zorg Thuis” en wordt deze opgevolgd. Techniek Nederland participeert in de ontwikkeling van deze norm. Bovendien is de NTA 8055 verbeterd en onderdeel van het ketenkeurmerk personenalarmering van de brancheorganisatie WDTM en van de norm “Zorg Thuis”. Daarmee beogen we dat een optimaal netwerk (mede aan te leggen door Installatiebedrijven)  als een voorwaarde/eis wordt gezien en niet slechts als een optie.     

In 2020 wordt  de topsector-benadering GROZ gecontinueerd waarin Health Care @ Home centraal staat en waarin een aanpak wordt voorbereid die per gemeente opvolging kan krijgen.

Ontwikkeling van de vereniging

De meeste brancheorganisaties zijn in het verleden ontstaan door de vereniging van bedrijven met gedeelde belangen, maar ook om een collectief voordeel te behalen. Samen sterker, collectief wat individueel niet kan en de organisatie stond voor haar leden. Maar veel is veranderd. Door simpelweg te Google-en hebben mensen en dus ook bedrijven toegang tot een onbeperkte bron aan informatie. Met als gevolg dat leden zich eigenlijk steeds minder verbonden voelen met een branchevereniging in algemene zin. Leden stellen steeds meer eisen aan het lidmaatschap, zijn op zoek naar specifieke zaken en maken een kosten-batenanalyse. Wat doet die branchevereniging nou eigenlijk voor ons? Wat is de toegevoegde waarde?

Met de nieuwe naam en bijbehorende merkstrategie is een herpositionering ingezet om weer relevant en waardevol te worden voor onze leden. Want hetgeen de leden van een vereniging bindt, is het ‘waarom’. In de in 2019 gedane behoefteonderzoeken is inzicht verkregen in wat de leden nu echt belangrijk vinden. Veel is terug te vinden in de belangenbehartiging en de resultaten daarvan, het delen van kennis, het verenigen en binden van leden in netwerken en faciliteren van de samenwerking binnen de keten.

Dat betekent dat we als Techniek Nederland niet langer voor onze leden moeten staan, maar achter onze leden. Ledenorganisaties hebben een grotere binding met hun achterban als de relatie met hen persoonlijk is en inspeelt op hun behoeften. Het is een transitie van organiseren en uitvoeren, naar het faciliteren en waarmaken. Niet alleen op processen, maar ook op beleving. Van communicatie richting de leden, naar actuele interactieve communicatie op maat, communicatie tussen leden onderling, maar ook interactieve communicatie met marktpartijen etc.  Maar hoe gaan we dat doen?

  • Belang voor de sector

Techniek Nederland gaat sterker inzetten op acquisitie van nieuwe leden. Ondanks dat de branchedekking voor wat betreft omzet meer dan voldoende is om als belangrijkste vertegenwoordiger van de branche op te kunnen treden (bijvoorbeeld bij CAO onderhandelingen), blijft het een feit dat er nog steeds veel installatiebedrijven of bedrijven met installatieactiviteiten geen lid zijn. Eind 2020 is het ledenwervingsresultaat 150k. Daarnaast streven we naar een loyaliteit (deelname aan activiteiten, afname van producten, participeren in  bestuurlijke gremia van de vereniging etc.) van de leden van minimaal 60%.

We gaan ons meer ‘issuegericht’ organiseren, rondom actuele thema’s en onderwerpen. Met behulp van een (digitale) strategie waarin het lid centraal staat, kan Techniek Nederland hierop inspelen door uit te nodigen, te inspireren en te verbinden. In 2020 is (digitale) themastrategie geïmplementeerd en de basis voor PA, PR, marketing en (leden)communicatie.

Techniek Nederland gaat co-creatie en interactie met leden en stakeholders beter vormgeven. Hiervoor is onder andere het project Contact Centrum opgestart in 2019. Daarnaast speelt ook het onderwerp ‘verenigingsdemocratie digitaliseren’ een rol: hoe kunnen we leden (meer) invloed op, betrokkenheid bij en inzicht in de besluitvorming binnen de vereniging geven?

We steken meer energie in ‘nieuwe’ doelgroepen, met name in jonge leden. Naast het feit dat Jong Techniek Nederland beter gepositioneerd moet worden, is het ook van belang om het ‘jong-geluid’ beter in de totale verenigingsinfrastructuur in te bedden. Dat betekent naast het bevorderen van actieve participatie van jonge ondernemers in bestaande Techniek Nederland gremia, ook het onderzoeken van alternatieve manieren om jonge leden te activeren en te binden. Medio 2020 is dit onderzoek gedaan en ligt er een advies vanuit Jong Techniek Nederland.

  • Positie in de sector

We hebben de ambitie om de verbindende organisatie te zijn binnen de technieksector. Techniek Nederland neemt daarom onder meer het voortouw in de opzet van een ‘Sectorhuis’. Eind 2020 is Techniek Nederland verhuisd en zijn de contouren van het ‘Sectorhuis’ zichtbaar (project Herhuisvesting).

De komende tijd nemen we de netwerken en samenwerkingsactiviteiten van Techniek Nederland met aanpalende branche- en koepelorganisaties onder de loep. Er kan meer uit andere netwerken gehaald worden en meer in coproductie georganiseerd worden. Medio 2020 is op themaniveau inzichtelijk welke netwerken er centraal en regionaal zijn, in welke Techniek Nederland participeert, en met welke partners op strategisch, tactisch en operationeel niveau wordt samengewerkt vanuit de ‘hernieuwde branche-identiteit en sectorhuisgedachte’. 

Techniek Nederland investeert ook stevig in de netwerk- en sociëteitsfunctie voor haar leden, in álle regio’s. En dit ook steeds meer in samenwerking met andere netwerken en verenigingen, want de tijd van ondernemers is schaars. Medio 2020 hebben in iedere regio meerdere bijeenkomsten op sociëteitsvlak plaatsgevonden, en is per regio actief verkend met welke andere netwerken / verenigingen op dit vlak samengewerkt kan worden.

Tot slot oriënteren we ons verder op het aangaan van partnerships met bedrijven  en organisaties die zich bevinden in het netwerk (van leden van) Techniek Nederland en zich toeleggen op activiteiten gerelateerd aan het direct bedrijfstakgebonden voortbrengingsproces. Eind 2020 moet dat resulteren in 5 collectieve branchepartners en 10 individuele branchepartners.

  • Service voor de sector

Techniek Nederland neemt het ‘traditionele’ dienstverleningsconcept onder de loep. Niet alleen inhoudelijk (doen we de goede dingen, voor wie, en doen we die goed?), maar ook de manier van aanbieden en timing . Is er behoefte om buiten kantooruren geholpen te worden? Wat zijn mogelijkheden in relatie tot chatfuncties, webinars, ‘online-vergaderen’, etc.?.

Medio 2020 is er een model ontwikkeld waaruit dienstverleningsconcepten (op producten-,diensten- en activiteitenniveau) te destilleren zijn, op basis van flexibel te bepalen doelgroepen, zowel op bedrijfs- als op persoonsniveau.

We intensiveren het accountmanagement en relatiebeheer (geprofessionaliseerde aanpak op basis van accountplannen en Contact Centrum). Proactieve, persoonlijke ondersteuning / op maat dienstverlening, zodat de toegevoegde waarde van het lidmaatschap ook echt beleefd wordt. Dit moet uiteindelijk resulteren in minder opzeggingen.

Op de langere termijn is het ook noodzakelijk om ons verdienmodel op toekomstbestendigheid te onderzoeken. Is de 60-40 verhouding contributie-sociaal fonds ook in de toekomst wenselijk? Of zou Techniek Nederland minder afhankelijk moeten willen zijn van de sociaal fonds uitkering?

Ook de keuze voor de loonsom van bedrijven als contributiegrondslag maakt de financiële positie van de vereniging kwetsbaar. In tijden van hoogconjunctuur gaat het goed (meer vaste contracten = hogere en stabielere loonsom). Maar bij laagconjunctuur betekent dit inkomstendaling. Hoe vangen we die op? Het is in ieder geval verstandig om onderzoek te doen naar andere inkomstenbronnen.